Inhoud
Nog altijd levende eenden tussen de kadavers
Op 14 februari 2020 vond een chauffeur van destructiebedrijf Rendac uit Son op zijn of haar ronde om kadavers op te halen bij de vee-industrie een aantal levende eenden in een kadaverton. Dit blijkt uit informatie die Animal Rights via een verzoek via de wet openbaarheid van bestuur (Wob 20-0819) ontving. De chauffeur heeft maar kort een blik op de dieren geworpen want de brief die Rendac naar de veeboer stuurde, na deze eerst telefonisch geïnformeerd te hebben, spreekt van “4 a 5 aangeboden eenden” die niet dood waren.
Rendac
Er worden regelmatig nog levende dieren door veeboeren langs de kant van de weg gedumpt om door afvalverwerker Rendac als kadavers te worden opgehaald. Bij zaken waar dit ontdekt wordt gaat het meestal om grotere dieren als runderen, varkens of schapen die individueel moeten worden opgetakeld. De kans dat nog levende dieren in kadavertonnen worden ontdekt is veel kleiner omdat deze worden leeg gekiept in de afvalcontainer op de vrachtwagen. Het beschreven geval zal dus het topje van de ijsberg zijn.
'Onderzoek'
Op 18 februari voert de NVWA een ‘onderzoek’ uit, maar vult op het ‘Rapport welzijn vleeseenden’ in dat ze de “[a]lgemene welzijnseisen niet gecontroleerd” heeft. Uit de ‘bevinding’ die de NVWA-inspecteur noteert bij de rubriek ‘Omschrijving omstandigheden en onderzoek’, spreekt de kille, empathie-loze houding waarmee de NVWA dierenwelzijn benadert: “Bij het afleveren van de slachtrijpe eenden zijn er altijd een aantal dieren die niet geschikt zijn om ter slachting aan te bieden. Deze worden gedood en in de kadaver ton gedaan.”
Animal Rights heeft eerder al via undercoverbeelden laten zien hoe dat doden in zijn werk gaat: De eenden worden doodgetrapt op de vloer of doodgeslagen tegen de stalmuur. In die beelden was ook te zien hoe eenden deze misselijkmakende behandeling overleefden en lagen te spartelen in een afvalemmer.
De NVWA-inspecteur typt in zijn ‘bevinding’ bijna letterlijk de verklaring van de Barneveldse eendenhouder over. Deze zei: “Ik vind dit heel vervelend. Bij het afleveren van de eenden zijn er altijd een aantal die niet geschikt zijn voor de slacht, deze worden volgens de regels gedood en in de ton gedaan. We schrokken dan ook heel erg toen Rendac belde dat er nog levende dieren in de ton zaten. Dit was ons nog niet eerder overkomen en dit hoort ook niet. Ik zal in het vervolg nog beter controleren of de doding goed heeft plaats gevonden.”
Op deze wijze het boetekleed aantrekken is de standaard reactie van veeboeren die betrapt worden op het aanbieden van levende dieren ter destructie: “geschrokken”, “de eerste keer”, “nog beter opletten”, etc.
Waarschuwing
De NVWA-inspecteur deelt vervolgens de standaard waarschuwing uit: “Op 14 februari 2020 omstreeks 12:12 uur is door Rendac Son B.V. een aantal levende eenden in een aangeboden kadaverton aangetroffen, waarbij bij deze eenden pijn is veroorzaakt dan wel het welzijn is benadeeld zonder dat hiervoor een redelijk doel was.”
Ook hier weer die harteloze, ambtelijke taal. Als de veeboer een “redelijk doel” had weten te verzinnen voor het opsluiten van 4 of 5 eenden, die het doodtrappen of -slaan hebben overleefd, in een kadaverton bij de lijken van hun vermoorde soortgenoten, dan was het wel OK geweest?
Wat “volgens de regels gedood” inhoudt en hoe deze 4 a 5 eenden alsnog afgemaakt zijn, wordt in het rapport niet vermeld. Het zal de NVWA-inspecteur waarschijnlijk ook niet genoeg geïnteresseerd hebben om daar naar te vragen.
Dit rapport is een duidelijke aanwijzing dat de misstanden tijdens het vangen van eenden voor transport naar het slachthuis, die Animal Rights in 2018 filmde en naar buiten bracht, nog altijd voortduren.
De kans om twee maal betrapt te worden is miniem en de NVWA straft dus niet.
Geen op zich zelf staand incident
Dat het geen op zichzelf staand incident is blijkt ook uit een ander verzoek via de Wet open overheid (Woo 21-0820). Op 26 november 2018, wordt tijdens een controle van het vangen van eenden “1 levende eend in kadaverton tussen meerdere andere eendenkadavers” aangetroffen. Ook hier is de reactie van de veeboer veelzeggend: “Ik dacht dat de eend dood was. De kadaverton stond nog niet aan de weg om geleegd te worden van Rendac. Had ik later gezien dat de eend toch nog leefde had ik ze alsnog dood gemaakt.” Er werd hier wel proces-verbaal opgemaakt. Of dat tot een boete heeft geleid is onbekend.
Eendenslachter Tomassen Duck-To
Eendenslachter Tomassen Duck-To is de zogenaamde ketenregiseur; de eenden zijn het ‘bezit’ van het Ermelose bedrijf van gelegd ei tot het karkas in de vriezer. De mannen die de hierboven beschreven misdaden begaan, zijn in principe in dienst van Tomassen en bij Tomassen ligt dan ook de eindverantwoordelijkheid voor dit leed.