Main content

Inhoud

In gesprek met ex-jager Sjaak Kuijpers

Nieuws: 8 oktober 2018
Jacht

INTERVIEW - Sjaak Kuijpers is 16 jaar geleden gestopt met jagen. Nu komt hij met hart en ziel op voor de in het wild levende dieren en is sterk anti-jacht. In plaats van het geweer gaat hij nu op jacht met fotocamera en verrekijker.

Interview - via Fauna4Life.

Wanneer en waardoor kwam voor jou het omslagpunt om te stoppen met jagen?

Daar gaat een enorm traject aan vooraf. In de jaren ‘80 werd ik benaderd door jagers uit mijn directe omgeving om de jachtcursus te gaan volgen. Men was druk bezig met het realiseren van de oprichting van een WBE (Wild Beheer Eenheid). Ik wist niet eens wat het was. Omdat ik werkzaam was in het onderwijs kon men wel een goede kracht gebruiken om een ‘werkplan’ samen te stellen. Ik ging de cursus doen en slaagde met lof. Niet moeilijk als je de examenvragen zo kon kopen van een schietinstructeur. Iedereen in het Brabantse en Limburgse deed het. Fraude dus.

Men sprak alsmaar over wildbeheer, maar het hield niets anders in dan jagen, schieten en daarna veel eten en drinken.

Sjaak Kuijpers, ex-jager

En eerlijk… ik raakte bezeten van jagen, gehersenspoeld door de cursus: de jachtpassie brak in mij los. Ik liep mee in een jachtcombinatie, werkte mij op tot bestuurslid van het Jachtplatform en KNJV. Ik werd heel veel uitgenodigd voor jachtpartijen, mede door de kwaliteiten van mijn eerste jachthond, een Engelse springer spaniël. Na een paar jaar kwam bij mij toch wel de twijfel bovendrijven.

Men sprak alsmaar over wildbeheer, maar het hield niets anders in dan jagen, schieten en daarna veel eten en drinken. Wildbeheer was dus eigenlijk gewoon een ander woord voor plezierjacht. De werkelijkheid werd verdoezeld. Vooral onder druk van de publieke opinie die zeer kritisch was op het woord ’jagen’. Ik stelde hierover diverse malen zeer kritische vragen tijdens vergaderingen. Dat werd mij allerminst in dank afgenomen. Ik kreeg een telefoontje van de voorzitter van de WBE: “Sjaak, stop met die vervelende vragen. Wildbeheer is niks meer dan jagen, jagen en nog eens jagen.” De man sprak de waarheid.

Voor mij betekende dit een kentering. Ik nam mij voor heel diep in de jachtwereld te duiken en er alles over te weten te komen, geïnspireerd door de boeken uit mijn jeugd ‘Arendsoog’ en ‘Witte Veder’. Deze hadden mij geleerd dat je er lid van moet worden en er een hele tijd bij moet blijven als je veel van een bende wilt leren. Door veel aanwezig te zijn op allerlei jachtpartijen en vergaderingen, tot in de hoogste kringen, werd mij duidelijk dat het hier ging om niets meer dan een schietsport op dieren en veelal op massaal uitgezette fazanten.

Het uitgraven van jonge vossen, gepaard gaande met enorm dierenleed, was mij tevens een doorn in het oog. Ook ik werd in mijn jachtcombinatie meegesleurd met deze praktijken. Tot ik er helemaal genoeg van kreeg en dit kenbaar maakte in niet mis te verstane termen. De breuk was geboren en deze was onherstelbaar. Ik schreef kritische stukken over de jacht in het Eindhovens Dagblad en de ’secretaris’ van de jachtclub maande mij te stoppen met deze vorm van vrije meningsuiting omdat dit ’het aanzien van de WBE zou schaden en verpachting van de gemeentelijke gronden in gevaar zou brengen.’

Je bent lokaal heel actief op het gebied van natuur. Waar richt je je vooral op en wat is het uiteindelijke doel?

Ik richt mij momenteel specifiek op de ecologische processen die zich afspelen in onze natuur en die telkens verstoord worden. De zelfregulatie komt nog zelden aan bod. De intensieve landbouw in het voor- en najaar is hierbij vaak van doorslaggevende betekenis. Het omploegen, het maaien met cyclomaaier, de overtollige mest die geïnjecteerd wordt, waarbij alle nesten van bodembroeders worden vernietigd, enzovoort. Het zijn slechts een paar voorbeelden. Vervolgens leggen de jagers de schuld van de achteruitgang van weidevogels ten onrechte bij de vos.

Daar komt als klap op de vuurpijl nog bij dat jagers de gehele natuur enorm verstoren en uit balans brengen. Vooral de jacht op predatoren, waaronder met name de vos, is een ramp voor het ecosysteem, maar wordt door de jachtwereld juist met opzet uitgevoerd. Denk aan de ecologische relatie vos-konijn: de vos wordt zoveel mogelijk vervolgd, waardoor de konijnen in aantal kunnen toenemen en schade kunnen aanrichten. De jager staat vervolgens klaar om de konijnen af te knallen.

Jagers zijn altijd gebaat bij schade, want ze claimen daarbij een belangrijke taak te vervullen. Niets is minder waar, het gaat bij de jacht om het genot van het schot. Plezierjacht onder het mom van ’wildbeheer’. Door mij gekenschetst als: beheer door wilden. Een van mijn hoofddoelen is het kenbaar maken aan het grote publiek van de illegale praktijken en de leugens rondom ‘jagerstaken’. Ik werk daarbij samen met natuurfotograaf Harry Kuypers.

Het uiteindelijke doel is om de plezierjacht (wilde eend, fazant, haas, houtduif, konijn) volledig te laten verbieden.

Sjaak Kuijpers, ex-jager

De sociale media bieden veel mogelijkheden om het publiek te bereiken. Er is nog veel onwetendheid op het gebied van de jacht.. Toen een paar jaar geleden Omroep Brabant een reportage maakte over de illegaliteit bij de jacht in Deurne en omgeving, stond de jachtwereld op zijn kop. En terecht, daar werd duidelijk wat er zich allemaal afspeelt in deze verborgen wereld. Het uiteindelijke doel is om de plezierjacht (wilde eend, fazant, haas, houtduif, konijn) volledig te laten verbieden. En dat kan als alle natuurorganisaties dezelfde kant uitkijken. Hun argumenten zijn immers veel sterker dan de schietargumenten van de jachtwereld.

Een door jagers gedomineerde organisatie

Het beleid met betrekking tot beheer en schadebestrijding zou niet moeten worden bepaald door de provinciale FBE (Faunabeheereenheid). Dit is een door jagers gedomineerde organisatie. Voor de vorm (en wettelijk verplicht) participeren natuurgerichte organisaties, die bij stemming altijd tekort schieten en er eigenlijk voor Jan met de korte achternaam bijzitten. Door de verantwoordelijkheid neer te leggen bij de FBE ontstaat de situatie dat de slager zijn eigen vlees keurt. De leerling slager (de natuurorganisatie) mag meekijken, maar heeft geen inbreng. Volledig mislukt overheidsbeleid, aangewakkerd door met name CDA en VVD.

Ook richten Harry en ik ons op de praktijk. Wij kijken met verrekijker en fototoestel vanaf de openbare weg bij jachtpartijen; geven plaatsen waar eenden worden gevoerd door aan de Omgevingsdienst. Ook verwijderen we de mais, die overvloedig is uitgestrooid in voerkuilen voor de reeën, geven onze ogen goed de kost bij fazanterieën en dienen ’WOB-verzoeken (Wet openbaarheid van bestuur) in tegen illegale hoogzitten. Daarnaast zijn wij nog met enkele zaken bezig waar ik op dit moment niets over kan zeggen, maar die zeer actueel zijn zodra de fazantenjacht van start gaat in oktober.

Welk onderwerp met betrekking tot jacht en natuurbeheer speelt er op dit moment het meest in jouw regio?

Dat is een zeer goede vraag. Ik woon in de gemeente Deurne, ‘Jachtdorp Deurne’. De naam zegt voldoende. Van oudsher werd hier veel gestroopt, uit traditie en gewoonte, maar ook vaak uit armoede. Toen dit niet meer nodig was, zijn de stropers omgetoverd tot jagers en vervolgens tot wildbeheerders. Illegale praktijken hebben hier jaren de overhand gehad en dat gaat er niet uit in één generatie. Veel jagers hebben dan ook een stropersverleden. Illegaliteit komt hier dus veel voor, maar niet alleen in de Peel. Als voorbeeld noem ik de zwijnenproblematiek.

Al jaren wijs ik de provincie en gemeentes erop dat de plotselinge aanwezigheid van zwijnen geen toeval is. Hieraan is veel vooraf gegaan. Jagersverenigingen raakten grote schiettuinen kwijt, waaronder de Grote Peel, Leenderbos, de Rips. Dat was een enorme aderlating. In de wandelgangen werd er openlijk over gesproken hoe dit verlies moest worden aangepakt. Er verrees een schimmige oplossing aan de horizon. Het loslaten van zwijnen zou wel eens DE oplossing kunnen zijn om het verlies te compenseren en de gronden terug te krijgen.

Het provinciebestuur, met het CDA voorop, wees dit verhaal naar het rijk der fabelen en wilde geen DNA-onderzoek laten doen. Het zwijnenprobleem was geboren. Nu blijkt hoeveel gelijk ik had. Uit recent DNA-onderzoek in het Leenderbos is gebleken dat de oorsprong van de wilde zwijnen aldaar ligt bij een fokkerij uit Kortrijk. Dat had ik ze jaren geleden al kunnen vertellen. Bovendien bleken de zwijnen in de Peel afkomstig te zijn van een fokkerij, net over de Duitse grens. Nu vindt de provincie de zwijnen een probleem en gaat met alle belanghebbenden in gesprek. Als beloning krijgen de jagers het voorrecht van de drukjacht, die wettelijk verboden is.

Er is geen jagersclub te vinden in heel Nederland die zegt: “We zullen eens een paar jaar lang toekijken hoe de fauna zicht ecologisch ontwikkelt en daarna bezien of jagen wel een redelijk doel dient”

Sjaak Kuipers, ex-jager

Hoe zou natuurbeheer er naar jouw mening moeten uitzien?

Het natuurbeheer moet mijns inziens geheel beroepsmatig worden. Nu hebben hobbyisten, te weten jagers, te veel invloed op het beheer en ze zijn hiervoor niet capabel. Jagers willen waar voor hun duurbetaalde pachtgelden. Ze willen schieten, dat is hun hobby. Het beheer is slechts de noemer waaronder de plezierjacht plaatsvindt. Er is geen jagersclub te vinden in heel Nederland die zegt: “We zullen eens een paar jaar lang toekijken hoe de fauna zicht ecologisch ontwikkelt en daarna bezien of jagen wel een redelijk doel dient”. Dan zou ogenblikkelijk blijken dat deze ‘natuurbeheerders’ volkomen overbodig zijn, sterker nog: totaal ongewenst zijn.

Op dit moment keurt de slager zijn eigen vlees. Een goed voorbeeld hiervan zijn de reewildtellingen. Daar klopt helemaal niets van. Op de eerste plaats zijn reeën niet te tellen en op de tweede plaats zijn de tellingen volkomen dubieus. Ook wij telden vroeger de reeën aan de tap en bij elke pot bier werden het er meer. Geen haan die er naar kraaide. Er zouden professionele mensen in dienst genomen moeten worden. En al kost dat meer geld, dat mag geen probleem zijn. Voor een goed en verantwoord faunabeheer mag best een aanzienlijk bedrag worden begroot. Het gaat tenslotte om het welzijn van onze flora en fauna. We krijgen dan een veel eerlijker beeld en de jachtwereld kan het geweer (het beheersinstrument) naar het museum brengen.

De jacht zal en moet verdwijnen

De provinciale FBE zou per direct moeten worden ontbonden en het beheer zou bij professionals moeten worden gelegd. De Provinciale Landschappen, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheermoeten moeten hun doelstellingen herzien en geen verbindingen aangaan met WBE’s. Wild behoort aan niemand toe, het gaat in juridische termen om res nullius. Jagers denken over wild als zijnde HUN bezit. En juist daar gaat het fout.

Natuurorganisaties zouden informatie en kennis moeten uitwisselen. Deze kennis kan bijvoorbeeld op een centraal punt worden verzameld en van daaruit kan gerichte actie worden ondernomen. Nu zijn er mijns inziens nog te veel eilandjes, die te weinig samenwerken, waardoor waardevolle informatie verloren gaat en/of niet wordt benut. Als natuurorganisaties meer met elkaar gaan samenwerken, kan een enorm groot blok ontstaan met als doelstelling: de jacht zal en moet verdwijnen. Hiervoor moeten we gezamenlijk gaan tot het doel is bereikt.


Interview - via Fauna4Life.