Main content

Inhoud

Een dosis medeleven voor de laboratoriumhond

Nieuws: 4 oktober 2017
Dier­proeven

Misschien heeft u een hond. Of bent u meer een ‘kattenmens’. Ongetwijfeld heeft u een keer in uw leven een huisdier gehad. Dan weet u hoe sterk de band tussen mens en dier kan zijn. Uw hond is dolblij om u weer te zien als u thuiskomt vanavond, uw kat nestelt zich vanavond weer aan het voeteneind van uw bed. U verzorgt uw huisdier (of beter gezegd: uw vriend) liefdevol en brengt het naar de dierenarts als het ziek is of iets mankeert. U moet er niet aan denken dat iemand uw hond of kat iets aandoet. Of, erger nog: dat hij of zij opzettelijk wordt vergiftigd.

Grote schaal

En toch wordt er in Nederland op grote schaal gebruikgemaakt van honden, katten, cavia’s, hamsters en andere huis- en boerderijdieren om de giftigheid van nieuwe stoffen te testen. Deze stoffen worden toegediend in hoge doseringen en veelal door injecties, of door een maagsonde die via de mond wordt ingebracht. De dieren worden ziek en vaak aan het eind van een proef afgemaakt om de invloed van de giftige stoffen op hun inwendige weefsels en organen te onderzoeken.

Charles River

In het proefdiercentrum Charles River in Den Bosch, een commercieel bedrijf dat testen uitvoert voor bijvoorbeeld de chemische industrie en farmaceuten, worden jaarlijks duizenden dieren aan deze gruwelijke testen onderworpen, waaronder honderden honden. Het type hond dat het vaakst wordt gebruikt, is de beagle – die driekleurige met flaporen.

Deze honden zijn zo zachtaardig dat ze, ook wanneer ze hevige pijn ervaren, zich niet agressief uiten en blijven meewerken aan de testen. In heel Nederland worden er op jaarbasis ongeveer 130.000 giftigheidstesten op dieren gedaan.

Nog altijd worden duizenden dieren aan deze gruwelijke testen onderworpen.

Vergiftigd

De giftigheidstesten zijn – nu nog – wettelijk verplicht. De testen worden uitgevoerd om de risico’s van nieuwe producten, zoals geneesmiddelen of industriële chemicaliën, vast te stellen voordat die op de markt mogen komen. De zeer terechte vraag die consumenten vaak stellen, luidt: wat als deze onderzoeken nodig zijn voor de veiligheid en gezondheid van ons, mensen? Misschien zijn ze zelfs levensreddend. Is het dan niet beter om een dier aan leed te onderwerpen dan een mens?

Gelukkig zijn er inmiddels zo veel technologische vernieuwingen dat het nauwelijks meer nodig is om proefdieren te gebruiken. Zo zijn er onderzoeksmethoden die het menselijk lichaam kunnen nabootsen en veel meer informatie over het effect van een bepaalde stof op ons lichaam geven dan dierproeven. Zo kunnen er met menselijke cellen betrouwbare uitspraken worden gedaan op terreinen waar eerder proefdieren nodig waren: of een stof kankerverwekkend is, of een geneesmiddel effectief is voor hartaandoeningen of juist bijwerkingen op het hart veroorzaakt.

Achterhaald

Ook de Nederlandse overheid weet dat het ‘diermodel’ achterhaald is en heeft de ambitie uitgesproken om wereldleider te worden op het gebied van proefdiervrije innovatie. Het doel is om in 2025 de veiligheidsonderzoeken met proefdieren te hebben afgebouwd tot nul. Om dit te verwezenlijken, moet de overheid nu wel gaan investeren in alternatieven en regelgeving aanpassen.

De overheid moet haar verantwoordelijkheid nemen en tempo maken. Wij willen zien dat zij haar ambitie omzet in daden: het vervangen van dierproeven. Wat uw huisdier niet mag overkomen, mag met geen enkel dier gebeuren.

Paulien Edixhoven, campagnecoördinator bij Animal Rights