Inhoud
Ja, vissen voelen pijn!
Wanneer vissen in een net van grote diepte worden opgehaald worden de individuen onder in het net verpletterd door de massa van hun lotgenoten boven hen. De met gas gevulde zwemblaas heeft geen tijd om zich aan te passen aan de lagere druk en expandeert. Soms is die druk zo groot dat maag en darmen via de mond en anus uit het vissenlichaam worden geperst en de ogen uit de kassen worden gedrukt. In de meeste gevallen eindigen vissen creperend op het dek, stikkend in de open lucht - een minuten tot uren durende, verschrikkelijke dood - of belanden nog levend op ijs of in pekel.
In 1789 schreef Jeremy Bentham: “De vraag is niet of zij kunnen redeneren, ook niet of zij kunnen praten, maar of zij kunnen lijden?” Deze vraag is uiterst belangrijk bij het toekennen van rechten aan dieren. Om recht op rechten te hebben, moet je belangen hebben. En misschien wel het grootste belang dat alle dieren (inclusief mensen) delen, is het belang om pijn te vermijden.
Het ervaren van pijn lijkt een evolutionaire noodzakelijkheid te zijn. Pijn leert een individu gevaar te herkennen en daarmee te vermijden. Wie dit waarschuwingsmechanisme niet bezit heeft minder kans om te overleven.
Voor de meeste mensen, ook voor hen die niet met dierenrechten bezig zijn, verandert het feit dat een dier kan lijden onder pijn, hoe zij met dieren omgaan, hoe ze hen behandelen en verzorgen. De wetenschap dat een dier door ons toedoen kan lijden, verandert onze morele en ethische afweging en daarmee ons gedrag.
Wij mensen accepteren - maar nog niet zo heel lang - dat dieren die evolutionair dichtbij ons staan ook pijn kunnen voelen: andere zoogdieren zoals ‘onze’ honden en katten. Ook bij vogels ziet een meerderheid dat wel in. Ze zijn net als wij warmbloedig en we hebben ‘contact’ met ze: kippen in de tuin, eenden in het park. Maar dat vissen kunnen lijden gaat er bij velen nog niet in.
Pijn
Er moeten eigenlijk twee vragen beantwoord worden: 1. voelen vissen pijn? En: 2. ervaren ze pijn op een vergelijkbare wijze als, bijvoorbeeld, zoogdieren? Bij die laatste vraag heb je het over welke mate van bewustzijn vissen kennen. Om de antwoorden op die vragen te vinden, voerden wetenschappers vervolgens de meest walgelijke experimenten uit: vissen pijn doen om te bewijzen dat ze pijn ervaren.
Als je naar het vissenbrein kijkt is dat duidelijk het brein van een gewerveld dier. We onderscheiden duidelijk de voorhersenen verdeeld in twee hersenhelften, de middenhersenen en de achterhersenen, die met het ruggenmerg verbonden zijn via de hersenstam. Experimenten hebben vervolgens aangetoond dat vissen zenuwuiteinden hebben die pijn detecteren - nociceptoren - en dat deze pijnprikkels worden doorgegeven via de zenuwen. Wanneer de receptoren ‘gestimuleerd’ worden, verandert het gedrag van een vis. Vissen detecteren dus pijn en dat beantwoordt vraag 1.
Bewustzijn
Bewust-zijn kent een aantal gradaties. Een eerste stap is het combineren van verschillende stukken vergaarde informatie uit je herinnering om een mentale presentatie op te roepen die je gedrag in het heden bepaald of beïnvloed. Een tweede stap is het waarnemen van wat er om je heen gebeurt en de emoties en gevoelens die die waarnemingen genereren (positief of negatief). Dat is sentiëntie, ervaren dat je bestaat. Een derde stap is nadenken over je eigen acties, ze mentaal afspelen, er op reflecteren en zo verschillende scenario’s afwegen. Hieruit komt zelfbewustzijn voort.
Uit experimenten is gebleken dat goudvissen in een roterend doolhof verschillende herkenningspunten kunnen leren en onthouden en in welke richting een afslag te nemen. Gobies creëren een mentaal beeld van hun leefomgeving en gebruiken die representatie om nieuwe, niet eerder gebruikte routes te plannen. Verschillende soorten cichliden en Siamese kempvissen onthouden de identiteit van individuele vissen waarmee ze gevochten hebben en leren winnaars en verliezers te herkennen van gevechten waarbij ze toeschouwer waren. Vissen voldoen dus aan die eerste stap van bewustzijn. Ze verzamelen informatie om geïnformeerde beslissingen te maken over, bijvoorbeeld, te zwemmen routes, of met welke soortgenoot wel en niet de strijd aan te gaan.
Om vissen als sentiënt - wezens met gevoel - te erkennen, moeten ze emoties kunnen ervaren. In onze hersenen organiseert het limbisch systeem onder andere de regeling van het gedrag, het langetermijngeheugen, leren, motivatie en emotie. Dopamine speelt daarbij een belangrijke rol in het ervaren van geluk, genot, blijdschap en welzijn. Vreselijke experimenten, waarbij de hippocampus of amygdala chirurgisch werden afgesloten, toonden aan dat ook in vissenhersenen een limbisch-achtig systeem aanwezig is en er een dopamine-achtig transmissie systeem bestaat.
Vanuit een evolutionair standpunt toont dit ook aan dat de mogelijkheid om informatie te verwerken met een emotionele component al heel lang geleden ontstaan is. Maar hoe bewust is de pijnervaring in vissen dan? Een ander experiment gaf daar meer duidelijkheid in. Eenzame forellen vermeden de zone in hun laboratorium aquarium waar ze elektrische schokken ervoeren. Maar als hen de keuze werd gegeven om dicht bij een soortgenoot in de buurt te zijn, dan waren ze bereidt om de negatieve ervaring van de elektriciteit te ondergaan. Dit suggereert een bewuste reactie op en keuzeopties bij pijnervaring.
De derde stap van bewustzijn - nadenken over acties - bij vissen illustreert Victoria Braithwaite in haar 2010 boek ‘Do Fish feel pain?’ met de samenwerking tussen de tandbaars en de murene om een zich in het koraal verschuilende prooi te pakken te krijgen. De baars kan niet bij de prooi en gaat op zoek naar een murene voor hulp om het dier naar buiten te jagen. De murene hoopt zelf een makkelijk maaltje te verschalken. Dit soort reflecties verraadt een mate van zelfbewustzijn.
Vissen detecteren dus pijn en ervaren de emotie van lijden als gevolg van gevoelens opgeroepen door een pijnreactie. Bovenstaande is genoeg reden om vissen naast de andere gewervelde dieren als zoogdieren en vogels te plaatsen, en dus de zelfde morele consideratie te gunnen.
Pijn is inmiddels ook aangetoond in schaaldieren en verder onderzoek laat zien dat het meer is als ‘nociceptie’. Ook krabben nemen beslissingen aan de hand van informatie die ze verzamelen over hun omgeving. Voor andere ongewervelden, zoals inktvissen, geldt hoogstwaarschijnlijk het zelfde.
Voor de dierenrechtenbeweging is de mogelijkheid tot lijden een van de redenen om al het diergebruik af te schaffen. Het zal niet zo heel lang meer duren totdat ‘hengelen’ algemeen gezien wordt als een uiterst wrede hobby en verboden wordt. Net als bij de veeboeren gaat dan de strijd tegen de visserij-industrie verder.