Inhoud
Levende lokvogels
In Nederland kunnen levende lokvogels worden ingezet tijdens de jacht. Het gebruik van deze dieren wordt gekwalificeerd als hulpmiddel, de lokdieren worden gebruikt om vogels te vangen en/of te doden. Het kan gaan om levende lokganzen, of andere uit het wild gevangen vogels, zoals eksters, kraaien, kauwen, eenden en houtduiven.
Lees ook: De absurditeit van vangkooien
Lees ook: Lokkraaien lijden in enge vallen
Indien dieren uit het wild worden gevangen wordt hun vrijheid ontnomen. In gevangenschap gehouden als lokvogel zullen ze niet meer hun natuurlijk gedrag kunnen vertonen. Dit kan volgens de Raad voor Dieraangelegenheden zorgen voor (chronische) stress, angst en ongerief. 1
GEBRUIK VAN LOKGANZEN
Levende lokganzen worden gebruikt om wilde overvliegende soortgenoten aan te trekken. De ganzen worden met een touw vastgezet aan een grondpen, waardoor ze niet meer dan enkele stappen kunnen zetten. De vastgezette lokkers zijn vaak mannelijke dieren. Op enige afstand in de schuilhut bevinden zich de andere lokganzen. Dit zijn de vrouwelijke dieren en de jongen, die in voortdurend contact staan met de vastgezette ganzen. Zodra er wilde ganzen overvliegen kunnen de vastzittende ganzen beginnen te roepen, waarna hun roep beantwoord wordt door de ganzen in de hut. Dit kan de wilde ganzen er toe bewegen zich ook bij deze groep te voegen.1
De Jagervereniging zegt over het gebruik van een lokstal: “Met de lokstal zetten we een groep ganzen neer in het veld. Soms komen de ganzen uit nieuwsgierigheid kijken en vaak omdat ze honger hebben. Het belangrijkste wat we met de lokstal suggereren is: veiligheid en voedsel.”2 Zodra de overvliegende ganzen in de buurt van de jagers komen, worden ze neergeschoten.
Er is vaak niet duidelijk hoe de dieren worden gehouden. Ook als het welzijn gewaarborgd is, staat dit gebruik op gespannen voet met de erkenning van de intrinsieke waarde van het dier, zoals neergelegd in de Wet dieren. Het is onduidelijk om hoeveel dieren het gaat en hoe ze worden gehouden. De regels verschillen per provincie.
BEELDEN - JACHT MET LEVENDE GANZEN
Animal Rights filmde het gebruik van levende lokganzen in de Hoeksche Waard in Zuid-Holland. Campagneleider Jessica Smit: "Levende dieren worden ingezet als instrument om hun wilde soortgenoten te lokken en doden. Wij willen deze onethische praktijken onmiddellijk stoppen en zijn een petitie gestart voor een verbod op het gebruik van levende dieren tijdens de jacht.”
EENDEN EN HOUTDUIVEN
Ook de bij de jacht op eenden en houtduiven mag gebruik worden gemaakt van levende lokdieren. De dieren mogen niet blind of verminkt zijn en het jachtseizoen dient geopend te zijn. Lokvogels mogen volgens de wet wel gekortwiekt zijn, maar leewieken is niet toegestaan. Leewieken is een lichamelijke ingreep van het verwijderen van het laatste vleugellid.1
Het jachtseizoen op de houtduif loop van 15 oktober t/m 31 januari en voor de wilde eend van 15 augustus t/m 31 januari. Houtduiven staan op de landelijke vrijstellingslijst (het is dan toegestaan diersoorten te verjagen en onder bepaalde voorwaarden te doden). Bij beheer en schadebestrijding zijn de lokvogels toegestaan. Voor beheer en schadebestrijding van wilde eenden geldt dat dit afhankelijk is van de betreffende provinciale regeling. Ook hier is weer onduidelijk om hoeveel levende lokdieren het gaat en hoe ze worden gehouden.
VANGKOOIEN EN KASTVALLEN
In een provinciale ontheffing of vrijstelling worden de middelen, installaties en methoden genoemd waarmee dieren mogen worden gevangen en gedood (art. 3.3 lid 5 Wet natuurbescherming). Vangkooien en kastvallen zijn één van de genoemde middelen. Deze middelen worden gebruikt om wilde vogels te vangen en vervolgens te doden.
De provincie Noord-Holland heeft verscheidene ontheffingen afgegeven voor het gebruik van vangkooien bij het jagen op kraaien en kauwen. Samen met Stichting Fauna4Life vechten wij deze ontheffingen aan.
Eksters, kraaien of kauwen mogen als lokvogel worden ingezet bij vangkooien en kastvallen. De meest gebruikte vangkooi is de trechterkooi. Als de vogel op het dak van de vangkooi landt ziet hij het voer of aas en wil hij erbij komen. Om bij het voer te kunnen komen, moet hij naar de invalladder in het midden. Als hij eenmaal binnen is kan hij er niet meer uit, omdat de openingen te klein zijn om naar buiten te vliegen.1
Zodra wilde dieren hun vrijheid wordt ontnomen, zullen ze niet meer hun natuurlijke gedrag kunnen vertonen. Het vangen van vogels heeft negatieve gevolgen voor dierenwelzijn en impliceert een integriteitsaantasting, daar moeten volgens de Raad voor Dieraangelegenheden zwaarwegende belangen tegenover staan. Het vangen van wilde vogels kan zorgen voor (chronische) stress, angst en ongerief.
Bij het gebruik van kastvallen, zoals te zien is in bovenstaande video, mag er geen contact zijn tussen de (gefokte) lokvogel en de levende lokvogel (bron: YouTube).
RED LEVENDE LOKDIEREN
Animal Rights vindt het gebruik van levende dieren als instrument om hun wilde soortgenoten te lokken en te doden onbeschoft en onfatsoenlijk. Wij willen dat deze onethische praktijken onmiddellijk stoppen en zijn een petitie gestart.
Dieren worden in onze samenleving bejaagd in hun natuurlijke habitat. Vaak onder het mom van faunabeheer gaan jagers op pad om op dieren te schieten. Er moet een nieuwe visie komen op de flora en fauna, waarin naast soortenbehoud ook de belangen van individuele dieren wordt meegenomen