Inhoud
Koudeprotocol redt geen enkel dier van vreselijke dood
De Vlaamse pluimveeindustrie heeft samen met Vlaams minister van Dierenwelzijn Ben Weyts een koudeprotocol vastgelegd. 1 Dat protocol moet - net zoals het hitteprotocol - dieren beschermen vanaf het moment dat ze ingeladen worden tot als ze aankomen in het slachthuis.
Een koude protocol voor de andere dieren is er niet in België. In Nederland is het koude protocol zo vaag verwoord dat men het net zo goed achterwege had kunnen laten.
Sterven in de vrieskou
Animal Rights schreef eerder al een artikel om aan te tonen dat veel vleeskuikens de reis niet overleven bij lage temperaturen. Op 14 maart 2015 werden 8112 kippen uit Deurne, Noord-Brabant aangevoerd bij slachthuis Belki NV in Aalst bij temperaturen van 1 tot 6 graden. 367 van hen, ofwel 4,52%, kwam dood aan en nog eens 1,08% werd afgekeurd, “waarvan 0,48% wegens ziekte, vrnl. afwijk aan de luchtwegen.”
Op 17 februari 2016 worden 4080 ‘braadkippen' afkomstig uit Yerseke afgeleverd bij slachthuis Nollens in Kruishoutem. 83 van de kippen zijn dood bij aankomst - dat is 2,03% - na een rit van twee-en-een-half uur bij een buitentemperatuur van -6 graden.
Op 18 januari 2016 is 2,20% van een ‘lading' vleeskuikens uit Laren dood bij aankomst bij slachthuis Belki tijdens sterke vriestemperaturen.
Bij hetzelfde slachthuis, op dezelfde datum, maar een jaar later, komt 2,92% van vleeskuikens afkomstig uit Middenmeer dood aan in het slachthuis bij temperaturen onder het vriespunt.
Koudeprotocol België
Het koudeprotocol 1 stelt dat er bij extreme koude bijkomende maatregelen moeten geworden voor het laden, vervoeren en lossen van pluimvee. Daarbij zijn er richtlijnen voor de pluimveehouder, vangploeg, transportfirma, slachthuismedewerkers en de vertegenwoordiger van het FAVV. Het protocol wordt opgedeeld in drie delen: afspraken voor als de temperatuur onder 5°C daalt, temperaturen onder 0°C en temperaturen vanaf -7°C. Extreme koude wordt in het protocol gedefinieerd als ‘de dagen met een voorspelde temperatuur van ≤ -7°C.’
Het opstarten van het protocol is de verantwoordelijkheid van de AWO (Animal Welfare Officer) van het pluimveeslachthuis en de planner van levende aanvoer. Vanaf dat het KMI extreme koude temperaturen voorspelt, moet de aanvoer- en slachtplanning aangepast worden.
De aanpassingen hebben betrekking op de bezettingsgraad van de pluimveetransporten, het gebruik van zeilen, ingekorte wachttijden, uitstellen van transporten langer dan 5 uur, en beschut lossen. De dieren moeten zoveel mogelijk uit de wind gehouden worden op elke mogelijke manier (vrachtwagen uit de wind parkeren, zeilen naar beneden,…)
Ben Weyts zegt dat er zal toegezien worden op de naleving van het protocol. Wie er precies zal toezien op het naleven van het protocol is niet duidelijk.
Het protocol werd opgesteld door het Nationaal Verbond Pluimveeslachthuizen en uitsnijderijen vzw (NVP) en Vereniging van Industriële Pluimveeslachterijen vzw (VIP - België) en gevalideerd door de Vlaamse Dienst Dierenwelzijn op 15/1/2021.
Koudeprotocol Nederland
Net als in België vormt de Verordening (EG) Nr. 1/2005 van de Raad inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten (‘de Transportverordening’) In Nederland de belangrijkste wettelijke basis voor het reguleren van de condities tijdens transport van dieren. Samen met de nationale regelgeving uit de Wet dieren en de Regeling houders van dieren is er een raamwerk om tijdens extreme weersomstandigheden maatregelen te treffen. 1 Met betrekking tot koude is dit "raamwerk" echter zo vaag dat het net zo goed achterwege had kunnen blijven.
"Koude:
Het is lastiger om een eenduidige grenswaarde voor koude te definiëren. Vanwege de mogelijkheden die geconditioneerd transport kan bieden, is geen uiterste minimum temperatuur overeengekomen. Bij transporten die langer dan 8 uur duren, mag de temperatuur in de veewagen niet beneden het vriespunt komen. Bevriezing van de drinkwatervoorziening is een probleem dat bijzondere aandacht behoeft. Dit betekent dat er altijd drinkwater uit de drinknippels moet kunnen komen.
Een belangrijke beperkende factor bij koude wordt gevormd door de verminderde mogelijkheden voor een goede reiniging en ontsmetting (R&O). Door het bevriezen van de eenvoudige faciliteiten bij een veehouder is een correcte uitvoering van R&O niet mogelijk. De NVWA houdt, ook bij vorst, vast aan het uitgangspunt dat uitsluitend schone wagens de openbare weg op mogen.
In Europees verband is afgesproken dat buitentemperaturen onder 0 graden Celsius extra maatregelen rechtvaardigen om het dierenwelzijn tijdens transport te waarborgen.
Zelfs bij 'code rood' zoals zondag 7 februari 2021 gaat alleen export naar het buitenland niet door:
"Code Rood:
In gebieden waar het KNMI vanwege extreme weersomstandigheden de code rood heeft afgegeven, vindt in de periode dat deze code van kracht is geen exportcertificering plaats. Uitgestelde keuringen worden verschoven, op voorwaarde dat de code rood dan is opgeheven.
-
https://webcache.googleusercontent.com/search?q=cache:MB6i7-sQfhUJ:https://www.nvwa.nl/binaries/nvwa/documenten/dier/dierenwelzijn/welzijn/publicaties/nationaal-plan-voor-veetransport-bij-extreme-temperaturen-2020/nationaal-plan-veetransport-bij-extreme-temperaturen-versie-2020-3.3a-15%2Bjuni-2020-toegankelijk.pdf+&cd=11&hl=en&ct=clnk&gl=pt&client=safari ↩
Geen enkel dier gered
De trieste realiteit is dat zowel het hitte- als het koudeprotocol geen enkel dier redt van een vreselijke dood in het slachthuis. De enige reden waarom dit protocol voor de industrie belang heeft, is de economische winst die gehaald wordt uit elk dier dat levend het slachthuis bereikt.
Animal Rights
Animal Rights doet al jarenlang onderzoek naar de wreedheden van de intensieve veehouderij. De enige manier om niet bij te dragen aan deze gewetenloze industrie, is kiezen voor een plantaardige levensstijl.