Inhoud
Firma Dane en Zoon uit Oudemolen beboet voor transport wrakke runderen naar Vlaanderen
De afgedankte koe uit Zaak 2
In maart 2023 publiceerde Animal Rights haar onderzoek naar het transport van ‘wrakke’ runderen via de zogenaamde ‘België-route’. Het onderzoek was gebaseerd op opgevraagde en verkregen documenten opgesteld door dierenartsen bij een Vlaams slachthuis. De hoofdconclusie: sterk verzwakte en zieke dieren werden vanuit Nederland als afval getransporteerd naar het Belgische slachthuis.
Een van de veelplegers bij deze vorm van dierenmishandeling is veehandel Firma Dane en Zoon Agrarisch uit het Noord Brabantse Oudemolen. Naar aanleiding van een handhavingsverzoek van Animal Rights krijgt het bedrijf nu boetes opgelegd.
Lees ook: DE BELGIË-ROUTE - VLAAMSE SLACHTHUIZEN NOG ALTIJD DUMPPLAATS VOOR ‘WRAKKE’ NEDERLANDSE RUNDEREN
Op 17 april 2023 diende Animal Rights een handhavingsverzoek in bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) voor zeven van dit soort transporten met wrakke runderen, allemaal naar slachthuis Moerbeko in Zele. Bij de NVWA omdat dieren die vanuit Nederland op internationaal transport gaan - en dat geldt ook voor België - vooraf gekeurd moeten worden door dierenartsen van de NVWA.
Op 19 april 2024 neemt de NVWA een besluit op het handhavingsverzoek en wijst het toe voor wat betreft drie individuele runderen op drie van deze transporten. Het gaat driemaal om een transport van Dane en Zoon.
Zaak 1
Op 3 mei 2019 om 10.00 uur wordt een Nederlandse reforme melkkoe gelost op de loskaai van slachthuis Moerbeko. Een reforme melkkoe is een melkkoe die niet langer geschikt is om te houden met het oog op de melkproductie, letterlijk uitgemolken dus. Het rund kwam niet meer rechtop (overeind). Het rund was cachectisch, had multipele ligwonden en was verzwakt. Cachexie is een sterk verslechterde lichamelijke gesteldheid die zich kenmerkt door extreme vermagering en spieratrofie.
Verder blijkt uit het informatieformulier dat de reforme melkoe ter plaatse werd geschoten en verbloed. Vervolgens werd ze afgekeurd (niet toegelaten tot de slacht voor menselijke consumptie). De foto’s laten een liggende, magere koe zien. Het geraamte van de koe is duidelijk zichtbaar en de doornuitsteeksels van de ruggengraat zijn individueel te onderkennen. Op twee foto’s is te zien dat de huidrand net boven de klauwen van beide achterpoten rood en gezwollen is door een ontsteking. Er zijn meerdere verwondingen zichtbaar op twee foto’s (knie en heup). Eén daarvan op de heup is een ligplek. Een ligplek is een verwonding die ontstaat wanneer een dier langdurig in dezelfde houding ligt. Dieren die verzwakt zijn of die pijn ervaren bij belasting van de poten liggen vaker en langer dan gezonde, fitte dieren, waardoor ligplekken kunnen ontstaan. De bij de gezondheidscertificering aanwezige NVWA-dierenarts komt nu tot de overweging dat het rund op het moment van vertrek bij de veehouder in Nederland op 2 mei 2019 niet geschikt was voor het voorgenomen transport.
De NVWA komt tot de conclusie dat er voldoende bewijs is om een overtreding van de Transportverordening aan te tonen. Als overtreders aan wie de overtreding kan worden verweten, worden aangemerkt: de veehouder, de transporteur die het rund vervoerde naar het verzamelcentrum, de exploitant van het verzamelcentrum en de vervoerder die het dier vervoerde van het verzamelcentrum naar het slachthuis in België.
Aan de houder, exploitant van het verzamelcentrum, de vervoerder die het rund vervoerde naar het slachthuis is voor deze overtreding een bestuurlijke boete opgelegd. De boer krijgt een boete van 1.500 euro, evenals Dane en Zoon, die hier eveneens als de vervoerder naar België wordt aangemerkt.
Zaak 2
Op 17 mei 2019 wordt een cachectisch rund aangevoerd bij slachthuis Moerbeko dat in een laterale decubitus (zijligging) lag, apathisch was en een etterige vaginale uitvloei had. Het dier zou op bevel van een dierenarts van het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) geschoten worden en afgekeurd, maar het dier stierf reeds voor het schieten. Volgens de chauffeur omdat hij 15 minuten moest wachten totdat hij de dieren kon lossen. Het cachectische rund werd afgekeurd (niet toegelaten tot de slacht voor menselijke consumptie). De bij de gezondheidscertificering aanwezige dierenartsen van de NVWA hebben met betrekking tot dit rund verklaard dat het rund een iets rode, vaginale uitvloeiing had, helder en niet purulent (etter of pus), maar dat de temperatuur niet afwijkend was.
De chocoladebruine vaginale uitvloeiing wijst op een baarmoederontsteking. Een baarmoederontsteking ontstaat meestal in de periode na het afkalven. De NVWA heeft daarop nader onderzoek gedaan in het I&R (identificatie en registratie) systeem op afkalfdatum. Hieruit is gebleken dat het rund op 13 mei 2019 een dood kalf heeft gekregen. Verder blijkt dat dit rund op 16 mei 2019 is afgevoerd van het bedrijf.
Dit betekent dat het rund binnen één week na werpen is vervoerd. Dit is een overtreding. Aan de houder is voor deze overtreding een bestuurlijke boete opgelegd van 3.000 euro, een verdubbeling, omdat dit niet de eerste keer was dat deze boer een niet-transportwaardige koe op transport zette.
Zaak 3
Op 22 november 2019 kan een rund niet meer rechtop komen op de vrachtwagen bij slachthuis Moerbeko. De achterpoten waren samengebonden. Een van de bij de gezondheidscertificering aanwezige NVWA-dierenartsen verklaart dat de achterpoten van het rund toen al waren vastgebonden, maar het rund echter goed naar de vrachtwagen liep en zonder hulp. Het is in de vrachtwagen geladen zonder problemen.
Het betreft een koe waarover gerede twijfels konden bestaan over de mogelijkheid om zich zonder kluister staande te houden tijdens het transport en zonder hulp te lopen. De Europese richtsnoeren voor het bepalen van de geschiktheid voor vervoer van volwassen runderen bevat geen specifiek advies voor runderen met een kluister. Alles overwegend komen niet betrokken dierenartsen tot de conclusie dat dit rund zwak was en niet in staat was zonder hulp te lopen. Deze conclusie wordt onderschreven door de bij de gezondheidscertificering aanwezige NVWA-dierenartsen.
De NVWA stelt vast dat er voldoende bewijs is om een overtreding van de Transportverordening aan te tonen. Als overtreders aan wie de overtreding kan worden verweten, worden aangemerkt: de veehouder, de transporteur die het rund vervoerde naar het verzamelcentrum, de exploitant van het verzamelcentrum en de transporteur die het rund vervoerde naar het slachthuis. De boer krijgt een boete van 1.500 euro, evenals verzamelcentrum Dane en Zoon.
De transporteur die het rund vervoerde van het verzamelcentrum naar het slachthuis in België heeft een Belgische transportvergunning. De Belgische autoriteit wordt van deze maatregel op de hoogte gesteld via een notificatie.
Hoe kijkt Animal Rights naar deze uitkomst?
Het lijkt in eerste instantie een wat mager resultaat, drie boetes op 7 aangedragen zaken. De NVWA lijkt het wel serieus opgepakt te hebben met aanvullend onderzoek naar informatie uit België en in het I&R-systeem, het horen van bij exportcertificering betrokken en niet-betrokken NVWA inspecteurs en het ondervragen van veehouders en verzamelcentra.
Veel hangt af van de gedetailleerdheid van de verklaringen van de Vlaamse dierenartsen. Wanneer deze niet genoeg informatie bevatten, oordeelt de NVWA: “Duidelijke, concrete en voldoende gedetailleerde bevindingen ontbreken om een overtreding van de Transportverordening aan te tonen.”
Met algemene mededelingen kan of wil de NVWA ook niets: “Ook de opmerkingen dat er reeds met de transporteurs gecommuniceerd is dat er regelmatig sterk verzwakte dieren aangevoerd worden, dat het niet de eerste keer is dat dieren ante mortem geweigerd worden en dat er meerdere mondelinge waarschuwingen zijn gegeven, zijn algemene mededelingen. Naar aanleiding van deze algemene mededelingen kan de NVWA niet overgaan tot handhaving vanwege overtreding van de Transportverordening.”
Animal Rights heeft deze constateringen inmiddels gedeeld met de Vlaamse autoriteiten.
Een opmerking als “Deze mededelingen zijn niet terug te leiden tot een specifieke overtreder en kunnen niet gekoppeld worden aan een individueel dier …”, klopt echter niet helemaal, want ze gaan regelmatig over één specifieke veehandel: Firma Dane en Zoon uit Oudemolen.
In zaak 1 en 3 zegt de NVWA beide keren: “Er is verder aanvullend onderzoek gedaan naar de gegevens van de vervoerder die het dier vervoerde van de Nederlandse veehouder naar het verzamelcentrum. Deze gegevens konden niet worden achterhaald, waardoor de NVWA niet kon overgaan tot handhaving tegen deze overtreder.” Dit klinkt alsof Dane en Zoon weigert mee te werken aan de onderzoeken.
Vervolg
Dat deze zaken moeilijk te bewijzen en dus te bestraffen zijn, verandert niets aan de indruk dat de Firma Dane en Zoon een bedrijf van dierenbeulen is. Het hierboven beschreven NVWA-besluit, de Vlaamse informatieformulieren, de opmerkingen van de Belgische dierenartsen daarop, de beelden van Ongehoord, schetsen gezamenlijk een beeld van een bedrijf gerund door meedogenloze monsters, die hun geld verdienen door afgedankte, kreupele, gewonde en zieke koeien voor een laatste dodenreis een transportwagen in te jagen naar een vernietigingskamp.
Animal Rights heeft via de Wet open overheid (Woo) een informatieverzoek gedaan over verdere overtredingen van Dane en Zoon. Vervolgens gaan we kijken hoe we dit bedrijf voorgoed kunnen sluiten.
Reactie Vlaamse autoriteiten
Op 25 juli 2024 ontving Animal Rights een reactie van het Kabinet Vlaams viceminister-president Ben Weyts, Vlaams minister bevoegd voor Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand:
"Bedankt om dit onderwerp opnieuw aan te kaarten. We delen de bezorgdheid om dieren op weg naar / in het slachthuis. Het is niet omdat de dieren geslacht worden, dat zij niet goed behandeld moeten worden.
Er is inderdaad een periode geweest dat er regelmatig meldingen kwamen van controlerende dierenartsen in slachthuizen over de aanvoer van niet-transportwaardige dieren uit Nederland. Dierenwelzijn Vlaanderen heeft toen samengezeten met de Nederlandse overheid om dit aan te pakken. Met succes; de meldingen zijn de laatste jaren sterk gedaald. Het laatste jaar heeft Dierenwelzijn Vlaanderen zelfs geen meldingen meer ontvangen over ongeschikte runderen afkomstig uit Nederland.
Het toezicht in slachthuizen is de laatste jaren fors verbeterd. Zoals jullie weten heeft Vlaams Dierenminister Ben Weyts in 2020 een systeem opgericht waarbij Vlaamse dierenartsen met opdracht (DMO’s) controles uitvoeren binnen de slachthuizen, helemaal gefocust op dierenwelzijn (en niet op bijvoorbeeld voedselveiligheid, want daar focust het FAVV op). Bij de start van de controles door de DMO’s zagen we een toename van het aantal meldingen over de transportwaardigheid van dieren (voor de duidelijkheid: niet enkel over dieren afkomstig uit Nederland), mogelijk door het strengere toezicht. Ondertussen is het aantal meldingen door de Vlaamse DMO’s over transportwaardigheid van dieren echter significant gedaald. Dit wijst erop dat het overleg met de Nederlandse overheid, het systeem van de Vlaamse DMO’s én de extra controles hun vruchten afwerpen. We gaan dan ook door op dit pad.
U verwijst naar het dossier van 22 november 2019. Hiervoor werd door Dierenwelzijn Vlaanderen een PV opgesteld tegen de vervoerder.
Dierenwelzijn Vlaanderen staat in nauw contact met de Nederlandse overheid. Zij trachten beiden zoveel mogelijk informatie uit te wisselen. Geen enkel systeem is (helaas) ooit helemaal waterdicht, maar we doen er wel alles aan om de mazen in het net zo klein mogelijk te maken."