Main content

Inhoud

Een jaar na het schandaal van Tielt

Blog: 23 maart 2018
Slacht

Op 23 maart 2017, exact een jaar geleden, maakte Animal Rights undercoverbeelden openbaar van ernstige dierenmishandeling in het slachthuis van Tielt, één van de grootste en modernste varkensslachterijen van ons land. België was in shock. Niemand had gedacht dat ‘vlees van bij ons’ zo’n wrange bijsmaak kon hebben. We zijn intussen alweer ettelijke schandalen verder. Het is tijd om conclusies te trekken.

Het vlees werd verkocht onder het label 'Beter voor iedereen' bij Delhaize

Dierenwelzijns-illusie doorprikt

Vóór 23 maart 2017 sliepen de Belgische vleesconsumenten op beide oren. FEBEV, de Boerenbond en VLAM hielden de mensen voor dat ‘vlees van bij ons’ geproduceerd wordt met het grootste respect en zorg voor de dieren. Op radio en televisie hoor je regelmatig spotjes en ‘boodschappen van algemeen nut’ die hameren op de kwaliteit en veiligheid van het Belgische vlees. Niets is immers beter dan wat op eigen bodem wordt gekweekt.

Het undercoveronderzoek in slachthuis Tielt maakte komaf met de holle slogans over de diervriendelijkheid van Belgisch vlees. De beelden toonden tientallen varkens die met onbehandelde wonden, abcessen, navelbreuken, prolapsen en gebroken poten de vrachtwagens afstrompelden. Heel wat dieren werden zonder mededogen vooruit geschopt en geslagen. Aan de slachthaken zagen we meerdere varkens bij volle bewustzijn leegbloeden. Pure horror: een varken verdrinkt in het kokend hete broeibad terwijl het al krijsend zijn laatste adem uitblaast. Zelfs de meest doorgewinterde activist moet wegkijken, want het is niet om aan te zien.

Het varkensvlees van slachthuis Tielt was geaccrediteerd door Certus, en werd in Delhaize verkocht onder het kwaliteitslabel ‘beter voor iedereen’.

Een paar arbeiders werden gebruikt als zondebokken en kregen ontslag.

Imagoherstel voor de sector

Met uitgekiende communicatiestrategieën kregen de vleessector en overheid de crisis rond slachthuis Tielt onder controle. De gefilmde praktijken werden afgedaan als ‘uitzonderingen’. De CEO van het slachthuis verklaarde niet te weten wat er in zijn bedrijf gaande was. Een paar arbeiders werden gebruikt als zondebokken en kregen ontslag. In een convenant tussen FEBEV en de overheid werd beterschap beloofd voor alle slachthuizen. De Boerenbond lanceerde een campagne om het imago van de sector verder op te krikken: foto’s van ‘blije dieren’ die in fokkerijen van ‘blije boeren’ geknuffeld worden door kinderen moeten de consument opnieuw doen geloven dat vlees een diervriendelijk product is.

Geen beterschap voor de varkens

In wezen is er niets veranderd voor de zes miljoen varkens die de Belgische varkensstallen bevolken. Nog steeds worden zeugen wekenlang klem gezet tussen metalen stangen om biggetjes te werpen en te zogen. Door gebrek aan bewegingsvrijheid ontwikkelen de zeugen doorligwonden en pootproblemen. Ruim 14% van de biggen sterft binnen de eerste levensweken, de jonge diertjes zijn te zwak om te overleven. Opgroeiende vleesvarkens staan bloot aan een waslijst van gezondheidsproblemen die typerend zijn voor de moderne varkenshouderij, zoals longaandoeningen ten gevolge van het ongezonde stalklimaat, botproblemen omwille van de opgedreven groeisnelheid en maagproblemen door stress en onvoldoende geschikt voer.

Na zes maanden in de fokkerij belanden de varkens in het slachthuis. De dierenwelzijnsexperten van de Thomas More Hogeschool die met de crisis van Tielt werden ingehuurd om het imago van het slachtproces op te blinken en de dieren wat minder angstig naar hun dood te leiden, zijn ondertussen alweer vertrokken. Je mag dan wel enkele dagen opendeur houden waar je een georchestreerde rondleiding geeft met een bedrijfsfilmpje als kers op de taart, maar dat maakt nog niet dat het vlees dat van de band rolt een ethisch product is. De schijntransparantie wordt enkel gebruikt als middel om te proberen het vertrouwen terug te winnen.

Het begint langzaam tot de mensen door te dringen dat diervriendelijk vlees niet bestaat.

Schandalen à volonté

Sinds de undercoverbeelden van slachthuis Tielt bleven de schandalen niet uit in de vleesindustrie. In juni 2017 toonde Animal Rights hoe in een broeierij hardhandig met kuikentjes werd gegooid. In september 2017 waren er de beelden van slachtgroep Verbist in Izegem waar runderen stroomschokken kregen en spartelend aan de slachthaken hingen. November 2017: in een legkippenbedrijf filmde Animal Rights de ellendige levensomstandigheden van scharrelkippen. Februari 2018: Animal Rights toont aan dat vlees van mishandelde Spaanse varkens bij Delhaize en Colruyt verkocht wordt. Maart 2018: slachtgroep Verbist komt opnieuw in opspraak, ditmaal omwille van voedselfraude. Nog geen week later brengt GAIA beelden naar buiten van ziekelijk misvormde vleeskippen in Vlaamse kippenkwekerijen. En keer op keer worden dierenleed en misstanden door de betrokken sector weggezet als uitzonderingen, momentopnamen, of zelfs gemanipuleerde feiten. Zijn we zo goedgelovig, of nemen we die excuses serieus, omdat het ons een vrijgeleide geeft om verder vlees te blijven eten?

Vleesconsumptie daalt

Nergens in Europa is de vleesconsumptie zo sterk gedaald als in ons land. Wellicht hebben de schandalen daar ook wel een stevig aandeel in gehad. Het begint langzaam tot de mensen door te dringen dat diervriendelijk vlees niet bestaat. Of er al dan niet een bio-label of dierenwelzijn-sticker op de verpakking kleeft maakt in wezen weinig uit. Wie heel eventjes eerlijk durft doordenken, zal niet anders kunnen dan toegeven dat het kunstmatig fokken, vetmesten en doden van dieren op geen enkele manier goed kan zijn voor hun welzijn. Het proces van maatschappelijke bewustwording rond dierenleed is niet meer te stuiten. Supermarktketens zoals Lidl, Colruyt en Delhaize hebben begrepen dat zij niet meer om de veranderende normen heen kunnen. Ze zijn niet blij om te worden gelinkt aan een vleesschandaal en maken plaats in de rekken voor meer plantaardige vervangproducten. Tegelijk verkopen ze nog vlees aan bodemprijzen, maar daar zullen ze vroeg of laat mee moeten ophouden, want er is gewoon geen maatschappelijk draagvlak meer voor.

Dierlijk vlees krijgt een steeds kleinere plaats in ons toekomstbeeld

Dierenwelzijn wordt steeds belangrijker

Uit recente cijfers bleek dat de carnivoren onder ons dierenwelzijn steeds belangrijker gaan vinden. Ze vinden het belangrijk dat een dier op een ‘humane’ manier aan zijn einde komt, en dit plaatsen ze zelfs boven hun bezorgdheid om het milieu. Dezer dagen worden we om de oren geslagen met termen als ‘eerlijk vlees’ en ‘blockchain vlees’. Een transparante keten, waar de consument als het ware kan toekijken hoe het dier van de weide op zijn bord belandt. Goed voor de consument, en zeker en vast beter om de kans op fraude te minimaliseren. Toch is dit slechts een tussenstap in wat steeds duidelijker lijkt: dierlijk vlees krijgt een steeds kleinere plaats in ons toekomstbeeld. Terwijl overal stemmen opgaan om dierenrechten in de grondwet te verankeren, komt een ander scenario in beeld dat gericht is op een plant-based economie.

Innoveren, dat betekent de transitie doorzetten.

Het kan anders: het Amerikaanse Tyson, de grootste vleesproducent in de VS, noemt zichzelf een ‘proteïnebedrijf’: het investeerde al twee keer in namaakvlees. Ook andere grote spelers zien het laaghangend fruit hangen: er valt geld te verdienen met plantaardig vlees.

De globale vraag naar eiwitten neemt toe en omdat er niet genoeg vlees zal zijn om hieraan te voldoen zal de vraag naar plantaardige eiwitten alleen maar toenemen. Bovendien zorgt die toenemende vraag voor een gigantische druk op ons klimaat en leefomgeving. Onbegrijpelijk hoe er handelsmissies vertrekken naar de andere kant van de wereld om afzet te vinden voor vleesfabriek Vlaanderen. Ondertussen worden hier overal nieuwe megastallen neergepoot, worden slachtvergunningen uitgebreid, rijden vrachtwagens dag en nacht vol dieren naar de slachthuizen. Vlaanderen blijft achter, het blijft hangen in de intensieve veeteelt: een verouderde manier van dolgedraaide productie, die dringend plaats moet maken voor meer duurzame en ethische systemen.

De overheid zou een duurzaamheidspremie kunnen uitreiken aan vleesbedrijven die ook inzetten op plantaardige eiwitproductie. Dat heet innovatie ondersteunen. Moge we naar een toekomst evolueren waar geen bloed meer vloeit uit de slachthuizen en schandalen zoals dat van Tielt tot de geschiedenis behoren.

Benoit Van den Broeck
Campagnecoördinator Animal Rights vzw
Twitter: @benoit_ar