Inhoud
De stalbezetting van Boxtel levert (ook) juridische winst op
Op 13 mei 2019 bezetten dierenrechtenactivisten onder de noemer ‘Meat the Victims’ een stal van de Van Sleuwen Groep aan de Brede Heide in Boxtel.
Volgens de dierenactivisten was het doel om actie te voeren tegen dierenleed, meer in het bijzonder door aandacht te vragen voor een maatschappelijke misstand, te weten de slechte leefomstandigheden van varkens in een binnen de vleesindustrie representatieve varkensstal, en deze misstand in de publiciteit te brengen.
Pers en publiek richten vooral hun pijlen op de activisten. De boer werd alleen als slachtoffer ten tonele gevoerd en de varkens verwerden bijna tot figuranten. Animal Rights trachtte in de daaropvolgende dagen de aandacht terug te richten op het leven en lijden van deze dieren en liet zien dat deze boer en zijn familie nog iets meer zijn dan ‘slachtoffer.’
Lees: BOXTELSE VARKENSBOER IS GEEN HEILIGE
En: BOXTELSE VARKENSBOER AFGELOPEN VIJF JAAR NOOIT GECONTROLEERD OP DIERENWELZIJN
Tijdens een inspraak mogelijkheid voor de gemeenteraad stelde Animal Rights: ”Het is volstrekt zinloos om het over deze bezetting te hebben zonder over het waarom van deze actie te praten, over het leven en lijden van varkens in Nederland en elders, de criminele daden van deze boer en zijn vakgenoten, en de rechten van dieren die er onvermijdelijk gaan komen.”
Lees: INSPRAAK IN BOXTEL
In hoeverre de stalbezetting heeft bijgedragen aan maatschappelijk inzicht in de vreselijke omstandigheden in de vee-industrie zal wel altijd een punt van discussie blijven. Feit is wel dat het deze mooie uitspraak van de rechtbank heeft opgeleverd (ECLI:NL:GHSHE:2024:4005).
Eerdere veroordeling en hoger beroep
Op 16 december 2024 deed het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch uitspraak in het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, van 6 november 2019, over de stalbezetting in Boxtel op 13 mei 2019.
Bij dat vonnis heeft de politierechter de verdachte ter zake van:
”in het besloten erf bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen, terwijl twee of meer verenigde personen het misdrijf plegen
en/of
wederrechtelijk in het besloten erf vertoevende, zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds verwijderen, terwijl twee of meer verenigde personen het misdrijf plegen,
veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van € 300,- subsidiair 6 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest naar rato van € 50,- per in voorarrest doorgebrachte dag, en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 weken met een proeftijd van 2 jaren.”
De advocaat-generaal vroeg het hof om in beroep het vonnis te bevestigen maar zonder oplegging van straf.
Tijdlijn 13 mei 2019
Tussen 12:45 uur en 13:00 uur zijn de dierenactivisten de stallen binnen gegaan.
Om 12:57 uur was de politie ter plaatse en omstreeks 14.30 uur kwamen de eerste agenten de stallen binnen.
Gedurende de dag kwamen er boeren vanuit het hele land om Van Sleuwen steun te betuigen. De situatie werd steeds grimmiger. Er werd kennelijk alcohol genuttigd door de aanwezige boeren en er werd een soort ‘tegenprotest’ gevoerd. Ook werden auto's van de dierenactivisten in de sloot geduwd, omgeduwd of anderszins beschadigd.
Omstreeks 18:00 uur heeft de politie de toegangsdeuren van de stallen afgesloten. De dierenactivisten konden niet meer naar buiten.
Omstreeks 21:27 uur heeft de politie middels een megafoon de dierenactivisten gevorderd de stallen te verlaten, gevolgd door een mededeling dat men 5 minuten de tijd kreeg om het pand te verlaten. Na enkele minuten heeft de politie nogmaals de dierenactivisten gevorderd de stallen te verlaten. Na deze vorderingen heeft een groep van 30 personen uit de groep van dierenactivisten de stallen verlaten. Deze personen werden op de binnenplaats van de boerderij tijdelijk opgehouden om ze op een later moment veilig te kunnen begeleiden. Een grote groep dierenactivisten bleef op dat moment in de stallen achter.
Omstreeks 22.02 uur begonnen de overige personen die zich nog in de stallen bevonden zich in de richting van de uitgang te begeven.
Oordeel van het hof
”Anders dan de politierechter is het hof van oordeel dat het bewijs tekort schiet dat de varkensstallen zijn betreden doordat de dierenactivisten de staldeuren hebben geforceerd. De dierenactivisten hebben ontkend dat zij dat hebben gedaan.”
”Van wederrechtelijk binnendringen als bedoeld in art. 138 Sr is volgens de Hoge Raad evenwel geen sprake indien buiten twijfel is gesteld dat ‘dit uit anderen hoofde gerechtvaardigd is’, waarbij onder andere kan worden gedacht aan het binnen de grenzen van proportionaliteit en subsidiariteit uitoefenen van het demonstratierecht.”
”Het hof is van oordeel dat voor het door de dierenactivisten beoogde doel (het aan de kaak stellen van misstanden in de varkenshouderij) het noodzakelijk is om de situatie in de stallen met eigen ogen te zien teneinde daaraan publiciteit te kunnen geven.”
” De demonstratie heeft – van de zijde van de dierenactivisten – steeds een vreedzaam karakter gehad.”
” Indien de varkensstallen zouden zijn betreden middels braak of verbreking, zou dat afbreuk kunnen doen aan de proportionaliteit. Echter, zoals hiervoor overwogen, kan het bestanddeel braak en/of verbreking niet worden bewezen.”
” Een te lang verblijf van de dierenactivisten in de stallen kan afbreuk doen aan de proportionaliteit, maar naar het oordeel van het hof is dat in de onderhavige zaak niet het geval, althans kan dat niet aan de verdachte worden tegengeworpen. Aanvankelijk was het kennelijk niet de bedoeling om zo lang in de stallen te blijven, […] Kortom, de dierenactivisten moesten langer in de stallen blijven om een confrontatie met de buiten aanwezige boeren te vermijden. Op enig moment heeft de aanwezige politie – kennelijk met datzelfde doel – de staldeuren zelfs afgesloten.”
”Gelet op het vorenstaande, in onderlinge samenhang beschouwd, is het hof van oordeel dat niet is gebleken dat bij het uitoefenen van het demonstratierecht de grenzen van proportionaliteit en subsidiariteit zijn overschreden.”
”Gelet op het vorenstaande is het hof van oordeel dat de wederrechtelijkheid van het binnendringen als bedoeld in art. 138 lid 1 Sr in de stallen niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte van dat onderdeel van de tenlastelegging dient te worden vrijgesproken.”
” Datzelfde geldt, op dezelfde gronden als hierboven weergegeven, ook voor de wederrechtelijkheid van het vertoeven in die stallen.”
”Daarnaast is het hof van oordeel dat het bewijs ervoor tekort schiet dat de dierenactivisten zich niet aanstonds op vordering van de politie (zijnde een vordering vanwege de rechthebbende) hebben verwijderd. Daartoe overweegt het hof, dat aan de hand van het dossier aannemelijk is dat de dierenactivisten, althans een deel van de dierenactivisten, niet op de hoogte zijn geweest van de aanmaning(en) van de politie. Uit het dossier komt naar voren dat sprake was van een hectische, verwarrende situatie.”
”Naar het oordeel van het hof is het bovendien niet aannemelijk dat de dierenactivisten de varkensstallen niet wilden verlaten toen zij daartoe door de politieagenten werden opgeroepen. Zij waren immers al veel langer dan de bedoeling was in de stallen geweest, waarin zij bovendien enige tijd opgesloten waren geweest. […] Zij hebben de varkensstallen uiteindelijk ook vrijwillig verlaten; daar hoefde geen politie-ingrijpen aan te pas te komen.”
Geen cassatie
Op 8 januari blijkt dat het Openbaar Ministerie niet in cassatie gaat tegen de uitspraak van het gerechtshof in Den Bosch over de stalbezetting in Boxtel. Een woordvoerder van het OM laat weten dat er aanvankelijk wel een cassatieprocedure was opgestart, omdat dit binnen twee weken moet. Na het intensief bestuderen van het vonnis van het Hof ziet het OM te weinig grond om cassatie goed door te voeren. Bij de hoogste rechter zou de zaak niet meer inhoudelijk worden behandeld, maar zou alleen worden beoordeeld of juridisch gezien de zaak op een correcte manier is behandeld. Daarmee is de uitspraak onherroepelijk geworden.
Winst
Zelfs als de stalbezetting niet het beoogde doel van het aan de kaak stellen van de vee-industrie gehaald zou hebben, dan levert deze uitspraak alsnog een overwinning op voor de dierenrechtenbeweging.
Deze uitspraak schept een mooi en belangrijk precedent, zoals de uitspraak in de Gosschalk undercover-zaak op 4 september 2024 dat ook deed (ECLI:NL:RBGEL:2024:6124):
“De enige manier om aandacht te vragen voor deze structurele dierenmishandeling tegenwoordig is het maken van – soms schokkende – beeldopnames teneinde de verantwoordelijke autoriteiten zover te krijgen eindelijk in actie te komen. Dat kan vaak alleen via ‘undercover-operaties’ en in dat verband is het welhaast onontkoombaar zelf in zekere mate deel te nemen aan de bewuste handelingen. Verzoeker heeft dat gedaan, maar is er zelf ook van geschrokken achteraf. Bij vervolging is het bepaald niet denkbeeldig dat verzoeker met succes een beroep zou kunnen doen op de rechtvaardigingsgrond noodtoestand, die overmacht kan opleveren als verdachte bij een conflict van maatschappelijke plichten de gerechtvaardigde keuze maakt de wet te overtreden om een ander, zwaarwegend belang te dienen. In zekere heeft verzoeker het onderzoek gedaan dat de controlerende overheidsinstellingen voortdurend laten liggen (of niet aan toe komen door structurele onderbezetting).”
Lees: DE WET OVERTREDEN OM EEN ANDER, ZWAARWEGEND BELANG TE DIENEN
Wat waarschijnlijk heeft bijgedragen aan de vrijspraak van de stalbezetters is het sterke contrast tussen hun vreedzame protest en de vernielzucht en agressie van de dronken meute boeren buiten.
De ontgoocheling en verontwaardiging bij de vertegenwoordigers van deze agrarische relschoppers - FDF, Agractie, (Z)LTO, POV, BBB en VVD - over deze vrijspraak is de kers op de vegan taart.