Main content

Inhoud

Beroep tegen uitroeiing damherten Hoeksche Waard

Nieuws: 24 oktober 2024
Jacht

23 Oktober 2024 dienden Fauna4Life en Animal Rights een beroepschrift in tegen het besluit van het college van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland om de damherten in de Hoeksche Waard uit te roeien. Het is tevens een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag.

De stichtingen verzoeken de rechtbank de zitting voor de behandeling van de voorlopige voorziening binnen drie weken te laten plaatsvinden. De provincie heeft namelijk aangegeven dat de eerste zes weken na het besluit nog geen damherten zullen worden geschoten. Daarna kan het snel gaan. De stichtingen hebben een spoedeisend belang, aangezien de dood van elk damhert onomkeerbaar is.

Status van de damherten in de Hoeksche Waard

Belangrijk in deze zaak is de status van de damenhertenpopulatie in de Hoekse Waard. Volgens het besteden besluit bestaat de populatie damherten enkel uit verwilderde exemplaren. De reden dat de provincie moeite doet om de rechtbank ervan te overtuigen dat de damhertenpopulatie uitsluitend uit verwilderde dieren bestaat is omdat het uitroeiingsbesluit dan geen rekening hoeft te houden met de beschermde status van het damhert onder de Wet natuurbescherming.

De stichtingen bestrijden dat de provincie overtuigend heeft aangetoond dat desbetreffende damhertenpopulatie enkel uit verwilderde damherten bestaat en dat was ook het oordeel van de rechtbank op 20 december 2021 (ECLI:NL:RBDHA:2021:14010). De provincie ging hiertegen niet in beroep.

Lees ook uit 2021: OVERWINNING: AFSCHOT DAMHERTEN VAN DE BAAN!

Er is volgens de stichtingen geen objectieve reden om de damherten in de Hoeksche Waard anders te behandelen dan de andere populaties damherten die zich de afgelopen decennia overal in Nederland hebben gevestigd. Het damhert is een beschermde diersoort en reeds daarom dient op grond van het in het milieurecht leidende voorzorgsbeginsel bij de onderhavige populatie, die zich al 24 jaar in dit gebied bevindt, te worden uitgegaan van een beschermde status, zolang niet overtuigend kan worden aangetoond dat er sprake is van recentelijk ‘verwilderde’ dieren.

Voorwaarden voor het besluit

Het is verboden om een damhert opzettelijk te doden of te vangen. Een besluit om dat toch te doen, moet aan een aantal voorwaarden voldoen. Het moet aantonen dat er er een een wettelijk belang is waarvoor het nodig is, aantonen dat er geen andere bevredigende oplossing bestaat en aantonen dat er geen afbreuk wordt gedaan aan het streven de populaties van de betrokken soort in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan.

De provincie stelt zich op het standpunt dat het verlenen van deze opdracht tot het uitroeien van de volledige populatie damherten in de Hoeksche Waard nodig is in het belang van de openbare veiligheid en ter voorkoming van ernstige schade aan gewassen.

Schade

Volgens de stichtingen is er geen belangrijke schade, deze is althans niet aangetoond. Dat damherten bepaalde door mensen in hun leefgebied verbouwde gewassen eten, behoort in principe tot het ‘normale bedrijfsrisico’ net als hagelschade of wateroverlast. In dit gebied leven al zeker vierentwintig jaar damherten. Deze schade is in beginsel te voorzien en de agrariërs dienen dan ook passende maatregelen te nemen om ernstige schade te voorkomen. Het is natuurlijk prima als de provincie eventuele schade vergoedt, maar dat maakt de schade nog geen ‘belangrijke schade’ in de zin van de wet. ‘Belangrijke schade’ aan gewassen is slechts die schade die het normale bedrijfsrisico te boven gaat en een agrariër onevenredig zwaar treft.

Openbare veiligheid

De stichtingen stellen ook dat onvoldoende is onderbouwd waarom er sprake is van een reëel gevaar voor de openbare veiligheid. Het aangedragen belang ziet op situaties waarin de veiligheid van personen in gevaar wordt gebracht of risico’s ontstaan voor de veiligheid van de omgeving. Vanaf 2016 t/m 2022 ging het om vier aanrijdingen met een motorvoertuig. Dat betreft gemiddeld 0,67 aanrijdingen per jaar. Bovendien is daarbij niet aangegeven of daarbij sprake was van menselijk letsel.

Het aantal damherten in de Hoeksche Waard is sinds 2016 volgens de telgegevens toegenomen, terwijl het aantal aanrijdingen niet lijkt toe te nemen. Er is in ieder geval geen causaal verband aangetoond tussen het aantal damherten en het aantal aanrijdingen.

Volgens de opdracht tot afschot zou de kans op aanrijdingen toenemen, bij een grotere populatie, maar dat is op geen enkele manier aangetoond. Dit betekent dat ook het belang van de openbare veiligheid geen grond is op basis waarvan deze verstrekkende opdracht had kunnen worden verleend. Hoe dan ook is niet aangetoond dat het probleem voor de openbare veiligheid zo groot is dat het noodzakelijk is om de gehele populatie damherten in de Hoeksche Waard uit te roeien.

Andere bevredigende, diervriendelijke, oplossingen

In het besluit wordt slechts één serieus alternatief besproken om zowel ernstige schade aan gewassen als schade aan de verkeersveiligheid te voorkomen, te weten hekwerken, waarbij de provincie op voorhand de conclusie trekt dat het plaatsen van hekwerken geen effectieve maatregel is.

Dat is een onjuiste voorstelling van zaken. Als het gaat om landbouwschade hoeven alleen de percelen met kwetsbare en kapitaalsintensieve teelten te worden uitgerasterd. In het geval van de wegen zouden rasters kunnen worden toegepast op bepaalde probleemlocaties.

Wanneer het gaat om het voorkomen van ernstige schade aan landbouwgewassen wordt de conclusie van de provincie dat er geen andere bevredigende oplossingen zijn bovendien tegengesproken door de ‘PreventieKit Hertachtigen' van BIJ12.

Ook met betrekking tot aanrijdingen zijn er nog meer alternatieven. Naast rasters kan er ook gedacht worden aan wilddetectiesystemen, herinrichting van een gebied, of het verlagen van de snelheid op provinciale wegen. Er is een scala aan maatregelen dat genomen kan worden.

Conclusie

De stichtingen komen tot de volgende conclusies:
- De damherten in de Hoeksche Waard moeten worden beschouwd als nationaal beschermde diersoorten.
- Niet is aangetoond dat het doden van damherten noodzakelijk is om belangrijke schade aan landbouwgewassen te voorkomen of te beperken. Laat staan dat het noodzakelijk zou zijn om het aantal damherten tot nul te reduceren.
- Niet is aangetoond dat het doden van damherten noodzakelijk is ten behoeve van de openbare veiligheid. Laat staan dat het noodzakelijk zou zijn om het aantal damherten tot nul te reduceren.
- Er zijn andere bevredigende oplossingen voorhanden om eventuele belangrijke schade te voorkomen of te beperken.
- Er zijn andere bevredigende oplossing voorhanden om de veiligheid op de wegen te verbeteren.

Het is om al de bovenstaande redenen dat het besluit voor vernietiging in aanmerking komt en dat de stichtingen bovendien een groot belang hebben bij een voorlopige voorziening, waardoor de opdracht in de tussentijd niet kan worden gebruikt.

Update

Op 29 oktober krijgt de advocaat van fauna4Life en Animal Rights via de rechtbank een email van de Omgevingsdienst Haaglanden, waarin weer wordt verwezen naar een brief van 4 oktober 2024 van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland aan de Faunabeheereenheid Zuid-Holland. In de brief staat dat na ontvangst van het besluit gedurende zes weken geen uitvoering wordt gegeven aan het besluit. Dat wisten we al. Het definitieve besluit volgde op 9 oktober.

De omgevingsdienst gaat nu een stap verder:
“Wij geven nu ook aan dat geen uitvoering wordt gegeven aan het besluit totdat de voorzieningenrechter uitspraak heeft gedaan, behalve indien het verzoek om een voorlopige voorziening wordt ingetrokken. Dit is zo ook afgesproken met de Faunabeheereenheid.”

In het definitieve besluit van de provincie 1 stond al: “De provincie houdt er echter rekening mee dat direct belanghebbenden na het bekend worden van dit definitieve besluit bij de rechter in beroep zullen gaan.
Zolang er geen uitspraak van de rechter is zullen, met inachtneming van de door Provinciale Staten aangenomen motie, niet alle damherten worden geschoten om geen onomkeerbare situatie te creëren. Pas als de rechtbank uitspraak heeft gedaan zal de groep damherten in de Hoeksche Waard via afschot gereduceerd worden tot 0.”

Uit de brief van 4 oktober blijkt dat de provincie zich het recht toe-eigent om de damhertenpopulatie in ieder geval te halveren voordat het beroep behandeld is:
“Het is mogelijk dat tegen het besluit beroep wordt aangetekend bij de rechtbank Den Haag. Indien dat het geval is, draagt u er zorg voor dat de populatie damherten een minimale omvang van 30 exemplaren [voorjaarstelling in maart] behoudt en dat deze minimale populatie een evenwichtige geslachtsverhouding heeft.
Deze minimale omvang wordt behouden tot het moment waarop de rechtbank Den Haag uitspraak heeft gedaan.”

Men hoopt hiermee een voorlopige voorziening tot schorsing van het besluit te voorkomen: “Wij verzoeken uw rechtbank deze brief voor te leggen aan de indiener van het verzoekschrift met de vraag of dit reden is om het verzoek om voorlopige voorziening in te trekken.”

De organisaties gaan daar natuurlijk niet op in. Voor hen is ieder afgeschoten damhert een “onomkeerbare situatie”. Dit schrijven verandert niets aan de spoedeisendheid van het verzoek tot een voorlopige voorziening.

Dierenrechten in de grondwet TEKEN DE PETITIE! Animal Rights wil dat alle dieren in Nederland, wild en in gevangenschap, als (staats)burgers, (rechts)personen en ingezetenen erkend worden en grondwettelijk verankerde rechten krijgen. Animal Rights

Teken nu de petitie

Ja, je mag mij bellen op het volgende nummer