Inhoud
In beroep tegen het besluit om vossen te doden in het havengebied
Op 18 november vroegen Fauna4Life en Animal Rights de rechtbank Den Haag om het besluit van de provincie Zuid-Holland te schorsen om vossen te doden terwijl het beroep van de stichtingen daartegen loopt.
Het Rotterdamse Havenbedrijf en de Faunabeheereenheid Zuid-Holland - lees: jagers - willen tot en met 2031 vossen afschieten, zogenaamd, om daarmee de kleine mantelmeeuw en zilvermeeuw te beschermen.
Het Havenbedrijf, de jagers en de provincie zijn het grootste gevaar voor de meeuwen!
Dat, terwijl in 2005 het Havenbedrijf nesten van mantel- en zilvermeeuwen nog opzettelijk liet vertrappen door paarden en schapen 1, en mantelmeeuwen en zilvermeeuwen ook jarenlang actief verjoeg met voertuigen, loslopende honden, gaskanonnen, lasers en roofvogels. 2
Op 8 februari 2022 heeft de provincie het Faunabeheerplan meeuwen havengebieden van Rotterdam, Dordrecht en Alblasserdam 2022-2027 goedgekeurd. Dit faunabeheerplan maakt het mogelijk om in het havengebied kleine mantelmeeuwen en zilvermeeuwen te verjagen, vangen en doden, en om nesten en eieren van deze vogelsoorten te verplaatsen en vernielen.
Provincie en jagers hebben zo, jaar in jaar uit, duizenden nesten en eieren van meeuwen vernield, maar nu ineens is de vos de grote vijand van de meeuwen.
Bovendien staat de provincie middels een ontheffing toe om in havengebied duizenden konijnen - prooi van de vos - dood te schieten, omdat het beschermen van kwetsbare installaties en leidingen te kostbaar zou zijn voor puissant rijke bedrijven als Shell.
Van al deze meeuw-vijandige activiteiten wordt in het Faunabeheerplan Vos Zuid-Holland 2024-2031 in het geheel geen melding gemaakt. 3
De grootste vijand van de kleine mantelmeeuw en zilvermeeuw is dus niet de vos, maar het Havenbedrijf, tezamen met de in het havengebied gevestigde bedrijven, de faunabeheereenheid en gedeputeerde staten die de handelswijzen van het Havenbedrijf en de in het gebied gevestigde bedrijven al jarenlang goedkeuren en faciliteren.
Noodzaak en alternatieven
Een ecologische “noodzaak” om vossen te vangen en doden bestaat niet. Er bestaat alleen een door de provincie zelf gecreëerde (schijn van) noodzaak.
Animal Rights en Fauna4Life menen dat over het algemeen te snel wordt aangenomen dat het noodzakelijk is om wilde dieren te doden en dat er geen andere bevredigende oplossing bestaat dan het doden van wilde dieren.
Het vertrekpunt in de wet is dat het verboden is de daar genoemde wilde dieren te vangen of te doden of hun vaste voortplantingsplaatsen of rustplaatsen opzettelijk te beschadigen of te vernielen. Een eventuele afwijking van de verbodsbepalingen dienen tot een minimum worden beperkt en altijd nauwkeurig en treffend te worden gemotiveerd.
Enkel stellen dat een vos-werend raster niet overal mogelijk is of te duur is, is zeker niet voldoende. Dergelijke stellingen moeten verifieerbaar en overtuigend worden onderbouwd. Bovendien kan een andere bevredigende oplossing niet bij voorbaat worden afgewezen op de enkele grond dat de economische kosten van uitvoering ervan bijzonder hoog zijn.
Pas wanneer de aanvrager al het redelijke heeft gedaan en er toch nog een probleem resteert, kan pas een ontheffing worden verleend.
Het beschermen van koloniebroeders
In tegenstelling tot weidevogels, wiens nesten zich ver van elkaar bevinden, zijn zilvermeeuwen en kleine mantelmeeuwen koloniebroeders die soms met vele honderden dicht bij elkaar broeden op een klein oppervlakte zoals een dak of zandplaat. De kolonies plachten ieder jaar gebruik te maken van dezelfde broedlocaties. Deze locaties zijn bekend. De meest voor de hand liggende andere bevredigende oplossing is het beschermen van broedkolonies door een vos-werend raster.
Provinciaal vandalisme
Verder wil de provincie de vaste voortplantingsplaatsen of verblijfplaatsen van de vos beschadigen of vernielen om gevaarlijke situaties te voorkomen. Maar er bestaan geen geregistreerde gegevens over de omvang van de graafschade. Bovendien veegt de provincie de graverij van het konijn en de vos op een hoop.
Er is kortom op geen enkele manier aangetoond dat het nodig is om de vaste voortplantingsplaatsen of verblijfplaatsen van de vos te beschadigen of vernielen om gevaarlijke situaties te voorkomen.
Het ontbreekt ook aan een onderbouwing van de kennelijke stelling dat er geen andere bevredigende oplossing bestaat voor het voorkomen van graverij. Graverij kan allereerst worden voorkomen door het niet toegankelijk maken van terreinen voor vossen en voorts door het met maatwerk beschermen van kwetsbare elementen.
Conclusie
Fauna4Life en Animal Rights stellen vast dat het bestreden besluit geen stand kan houden en vragen de rechtbank het beroep van de stichtingen gegrond te verklaren, het bestreden besluit van de provincie te vernietigen en tot die tijd het besluit om vossen te doden te schorsen.