Inhoud
Als er een coronavaccin komt dan niet dankzij maar ondanks dierproeven
Animal Rights toxicologe Jen Hochmuth stelt dat dierproeven niet doorslaggevend zijn in de ontwikkeling van coronavaccins. Volgens haar ontmaskert versneld COVID-19 onderzoek dierproeven als slechte wetenschap en niet meer van deze tijd. Meer nog, dierproeven zouden de zoektocht naar COVID-19 vaccins en geschikte behandelingen belemmeren, in plaats van deze te helpen.
Dierproeven overgeslagen
Normaal gesproken is het wettelijk verplicht dat alle kandidaat-geneesmiddelen en vaccins eerst in een hele reeks dierproeven worden getest voordat de eerste klinische studies bij mensen worden uitgevoerd. Aangezien de gebruikelijke dierproeven te lang duren in de huidige COVID-19-crisis, zijn sommige dierproeven ingekort, overgeslagen of gelijktijdig met de tests op mensen uitgevoerd.
Het BPRC en de Europese Associatie voor Proefdieronderzoek (EARA) beweren dat apen onmisbaar zijn in de jacht op een coronavaccin en EARA heeft recentelijk de Wereldgezondheidsorganisatie benaderd om een dreigend tekort aan proefapen op te lossen.12 EARA wil dierproeven op apen uitvoeren voor COVID-19 kandidaat vaccins die al in klinische studies met mensen gebruikt worden. Je hoeft geen wetenschapper te zijn om het maatschappelijk nut hiervan in vraag te stellen. Het is dan ook niet verrassend dat EARA een lobbygroep van onderzoekers is die hun dagelijks brood met dierproeven verdienen.
Dierproeven zijn overbodig
Laat ons niet in de war geraken, dierproeven waren niet doorslaggevend voor het vermeende succes van de ontwikkeling van coronavaccins. De kandidaat-vaccins van Pfizer/BioNTech en Moderna werden pas getest op apen nadat honderden mensen met de vaccins waren geïnjecteerd. De bedrijven wisten dat het virus dieren anders aantast dan mensen, dus het had geen zin om het acht tot tien jaar lang aan verschillende diersoorten toe te dienen.
Deze dierproeven werden uitgevoerd omdat ze verplicht waren vanwege verouderde wetten en niet omdat ze onmisbaar en noodzakelijk zijn. In feite is het tegenovergestelde waar: de snelle ontwikkeling van COVID-19 vaccins is het laatste bewijs van hoe inefficiënt en onnodig dierproeven zijn.
Hochmuth: “Er is geen tekort aan proefapen voor COVID-19 onderzoek - Omdat er geen apen nodig zijn!”
Er is geen tekort aan proefapen voor COVID-19 onderzoek - Omdat er geen apen nodig zijn!
Dierproeven belemmeren onderzoek
Dieren zijn complexe wezens net zoals mensen, maar ze verschillen genetisch en fysiologisch op belangrijke punten. Hun immuunsysteem reageert anders op ziekteverwekkers en vaccins. Onderzoek toont aan dat het SARS CoV-2-virus zich aanpast aan en muteert in apenweefsel. Met andere woorden, apen geïnfecteerd met het virus eindigen met een ander virus dat zich aanpast aan apencellen. Ook zijn er, voor zover we nu weten, geen andere diersoorten die de complexe COVID-19 symptomen ontwikkelen die bij de mens worden waargenomen.
Het is niet verwonderlijk dat dierproeven geen hoge prioriteit kregen bij de ontwikkeling van geneesmiddelen en vaccins tegen COVID-19, omdat ongeveer 95% van alle geneesmiddelen die perfect werken bij dieren, falen bij de mens. Kijk naar de krantenkoppen van de afgelopen 40 jaar - hoe vaak zijn we ervan verzekerd dat een HIV- of malaria- of tbc-vaccin dat veelbelovend was bij apen, onze kant op kwam? Deze op apen geteste vaccins mislukken keer op keer bij mensen en in sommige gevallen, zoals bij een testvaccin tegen HIV, zijn ze zelfs schadelijk voor patiënten.
Een ding is duidelijk: als er een coronavaccin komt dan niet dankzij, maar ondanks dierproeven.
Vooruitgang dankzij proefdiervrije innovatie
De ontwikkeling van proefdiervrije, voor de mens relevante onderzoeksmethoden neemt wereldwijd toe. Op dit moment kunnen 10 menselijke mini-organen, zogenaamde organoïden of weefsels, worden geïnfecteerd met het SARS-CoV-2-virus, wat belangrijke informatie geeft over de virale interacties met het menselijke organisme. Onlangs is in de VS een programma gelanceerd voor het testen van coronavaccins met behulp van multi-orgaanchips.
Supercomputers bieden wetenschappers unieke mogelijkheden: ze kunnen de structuur en het gedrag van het virus op moleculair niveau onderzoeken en veel sneller vaccins ontwerpen dan eender welk experiment.1 Veel belangrijke inzichten over het coronavirus werden verkregen in deze modellen. Uiteindelijk is de ontwikkeling van de vandaag gevierde vaccinkandidaten gebaseerd op dergelijke methoden en patiëntgegevens, en niet op dierproeven.
Hochmuth: “Een ding wordt zo wel duidelijk: als er een coronavaccin komt dan niet dankzij, maar ondanks dierproeven.”